Infinitiefcasar-se
Gerundiumcasant-se
Voltooid deelwoordcasat, casada, casats, casades

Aantonende wijs

Tegenwoordige tijd

emcaso
etcases
escasa
enscasem
uscaseu
escasen

Imperfectieve verleden tijd

emcasava
etcasaves
escasava
enscasàvem
uscasàveu
escasaven

Perfectieve verleden tijd

emcasí
etcasares
escasà
enscasàrem
uscasàreu
escasaren

Toekomende tijd

emcasaré
etcasaràs
escasarà
enscasarem
uscasareu
escasaran

Aanvoegende wijs

Tegenwoordige tijd

emcasi
etcasis
escasi
enscasem
uscaseu
escasin

Imperfectieve verleden tijd

emcasés
etcasessis
escasés
enscaséssim
uscaséssiu
escasessin

Voorwaardelijke wijs

emcasaria
etcasaries
escasaria
enscasaríem
uscasaríeu
escasarien

Gebiedende wijs

(et)casa't
(es)casi's
(ens)casem-nos
(us)caseu-vos
(es)casin-se

Vertalingen

Duits
heiraten; sich verheiraten
Engels
to get married; to marry
Spaans
casarse
Frans
se marier
Italiaans
sposarsi
Nederlands
trouwen
Portugees
casar-se